Een kort gesprek met twee stagiaires van het Technisch College Velsen
Stagiaires staan aan het begin van een loopbaan als docent in het voortgezet onderwijs. Wat is hun kijk op het onderwijs? En waarom willen ze graag lesgeven? In deze serie vertellen zij wat hen motiveert en hoe het bevalt. Een kort gesprek met de 19-jarige stagiaire wiskunde Annabel Wessel en de 22-jarige stagiaire Nederlands Pip Swaan van het Technisch College Velsen.
Heb je altijd al docent willen worden?
Annabel: “Zolang ik me kan herinneren wil ik al het onderwijs in. In groep 7 wist ik het eigenlijk al, ik wilde basisschooldocent of wiskundeleraar worden. Sindsdien heb ik mijn leven erop aangepast. Ik vind het leuk om mensen te helpen en iets te leren. Maar daarnaast wil ik er ook graag zijn voor de leerlingen. En nu ben ik daar dus ook mee bezig.”
Pip: “Ja, ik heb altijd al docent willen worden. Ik heb eerst een jaar Duits gestudeerd voordat ik besloot om voor de studie Nederlands te gaan. De ontwikkeling van de leerlingen meemaken, dat vind ik heel interessant, om te zien hoe ze zich ontwikkelen als jongvolwassenen.”
Hoe bevalt het lesgeven?
Pip: “Het bevalt goed, ik zit nu anderhalf jaar bij het Technisch College Velsen, leerlingen zijn zo ontzettend leuk. Het is wel zwaar, vooral de opleiding is pittig, dat heb ik in het begin wel onderschat. Maar het wordt eigenlijk alleen maar leuker, je bouwt steeds meer een band met de leerlingen op. En ik haal veel kracht uit mijn stage, vooral als je ziet welke stappen je maakt. Je ziet duidelijk waar je naartoe aan het werken bent.
We hebben een tijd digitaal lesgegeven, dat vond ik minder fijn omdat je zo weinig interactie hebt met de leerlingen. Het motiveert niet, dat merkte je ook in de manier waarop leerlingen bezig waren in de les. Het is dus fijn dat ze nu weer om de zoveel dagen naar school kunnen, ik vind het zelf ook veel beter dan achter een scherm zitten.”
Annabel: “Ik heb inmiddels al heel wat online lessen gegeven. We geven nu aan klas 1 en 2 hoorcolleges en dat gaat hartstikke goed. Ik vind het niet zwaar, ik kan de stage goed combineren met mijn werk en studie. De stage wordt steeds leuker, leerlingen beginnen me te kennen. Ik heb nog niet heel veel fysiek les kunnen geven, maar het is fijn om de vrijheid te krijgen om zelf hoorcolleges te geven.“
Wat voor docent ben jij?
Annabel: “Ik ben een docent die graag aandacht heeft voor speciale leerlingen in de klas. Ik wil deze kinderen de aandacht geven die ze nodig hebben. Verder ben ik eerder een voorstander van boeken en papier, minder van technologie. Ik wil het lesgeven graag levendig maken, daarom maak ik dingen graag visueel met grappige voorbeelden zodat leerlingen de lesstof beter onthouden en ook nog eens een leuke les hebben gehad.”
Pip: “Ik denk dat ik les wil blijven geven op een vmbo-school, dat past beter bij me. De manier van lesgeven is heel anders. Het lesgeven geeft me heel veel voldoening. Een hele strenge docent wil ik niet zijn. Ik vind dat je uiteindelijk samen met de leerlingen tot een resultaat moet komen. Dat probeer ik ook zoveel mogelijk na te streven. Maar dat is niet altijd mogelijk natuurlijk.”