Marcel van Herpen: “De focus zou moeten liggen op de mooie dingen van het onderwijs”
Onlangs vond het Meet & Greet-event plaats: een evenement om nieuwe docenten te werven voor scholen in Haarlem en omgeving. Eén van de sprekers daar was pedagoog en onderwijsbegeleider Marcel van Herpen. Op bevlogen wijze gaf hij zijn visie op het onderwijs in Nederland. Reden voor ons om hem te bevragen over dit belangrijke thema.
Om te beginnen: hoe heb jij jouw middelbare schooltijd ervaren?
"Ik kijk er met een goed gevoel op terug. De docenten waren leuk en het was over het algemeen gezellig in de klas. Wel had ik met name interesse voor wat er búiten de lessen gebeurde. Niet voor niets heb ik zeven jaar over mijn havo gedaan. Alleen biologie vond ik boeiend. Verder keek ik vooral uit naar de gymles; ik moest mijn energie kwijt.”
Het was de eerste keer dat scholen in Haarlem en omgeving een wervingsevent hebben georganiseerd. Een goed idee?
“Zeker! Het onderwijs komt vaak op een negatieve manier in de media: de werkdruk en kansenongelijkheid worden breed uitgemeten. Natuurlijk zijn deze zorgen er, maar als leraar heb je vooral te maken met de kinderen – elke dag draag je bij aan hun ontwikkeling en dat is heel bijzonder. Dáár zou de focus op moeten liggen als we het over het onderwijs hebben. Ik juich zo’n evenement waarbij het om plezier en passie draait dan ook alleen maar toe.”
Je komt regelmatig op scholen. Is er in al die jaren veel veranderd?
“Op het eerste gezicht lijkt alles nog hetzelfde: de lokalen, het curriculum, de lessen, het huiswerk... Maar als je goed kijkt, zie je dat er juist heel veel veranderd is. De manier waarop de leerlingen bijvoorbeeld meepraten in de les is totaal anders dan in mijn tijd. En wat dacht je van alle innovaties, zoals digitale leermiddelen?”
Is het er beter op geworden?
“Dat leerlingen mogen meepraten en denken, vind ik een heel prettige verandering. Dat was twee of drie generaties terug wel anders. We zitten midden in een emancipatiegolf voor onze kinderen en dat verloopt – zoals dat met emancipatie gaat – rommelig. Want hoeveel vrijheid kun je ze geven? Dat is voor elk kind anders. Tegelijkertijd is het belangrijk dat we ons niet teveel richten op het individu; dat gaat ten koste van het groepsgevoel.”
Waarom denk je dat?
“In de meeste schoolgidsen staat dat elk kind uniek is. Natuurlijk is het goed dat elke leerling gezien wordt en dat er wordt ingespeeld op persoonlijke behoeftes, maar soms heb ik het idee dat we doorslaan. Het is namelijk óók belangrijk dat de leerlingen oog voor elkaar hebben. Want ja, jij bent belangrijk, maar dat geldt ook voor alle andere leerlingen in de klas. Uiteindelijk moeten ze vooral sámen aan de slag en met en van elkaar leren. Dat moeten we niet vergeten, anders werk je egoïsme in de hand.”
Tot slot: is er nog iets wat je wilt meegeven aan leraren?
“Durf te spelen met de materie, heb plezier en bovenal: verlies de relatie met de leerlingen niet uit het oog. Op een reünie zal niemand het hebben over die ene docent die zoveel van economie wist, maar wel over die fijne leraar die altijd oog voor iedereen had.”