“Onderwijs is het hart van de samenleving”
Een baliemedewerker, bestuursadviseur, zorgcoördinator: binnen een onderwijsgroep werken niet alléén docenten. Deze onderwijstoppers zorgen – samen met de docenten –voor een prettig en veilig leerklimaat op onze scholen. Wat doen zij precies? Deze week: de werkdag van Femke van Waveren. Zij is beleidsadviseur op de afdeling Onderwijs en Kwaliteit van Dunamare Onderwijsgroep.
Wat houdt jouw baan in?
“Samen met mijn collega’s ondersteun ik het bestuur en de Dunamare-scholen op onderwijsgebied. Zo denk ik mee over allerlei onderwijskundige zaken en beantwoord ik vragen van schoolleidingen en bestuursleden. Ook houden we de landelijke ontwikkelingen in de gaten en brengen we in kaart in hoeverre die van invloed zijn op onze scholen. Binnen ons team heeft iedereen een focusgebied en hebben we onderling de scholen verdeeld. Ik houd me vooral bezig met de praktijk-, vso- en vmbo-scholen.”
Vorig jaar is de wet voor burgerschapsonderwijs aangescherpt. Wat betekent dat voor jouw werkzaamheden?
“De overheid vindt dat er nog te weinig gebeurt op het gebied van burgerschapsonderwijs. Om te inventariseren wat onze scholen allemaal doen aan burgerschap ben ik de afgelopen periode bij de verschillende scholen langsgegaan. Ik heb onder meer gekeken of er een visie is, wat de leerlijnen zijn en hoe die zijn opgenomen in het programma.”
En, hoe staan de Dunamare-scholen ervoor?
“Elke school vliegt het anders aan, maar er gebeurt al heel veel. Zo draaien sommige scholen projectweken, waarin er volop aandacht is voor burgerschap. Op andere scholen wordt het meer versnipperd aangeboden en is burgerschap heel het jaar door in het programma verweven. Op basis van mijn bevindingen heb ik een advies geschreven om burgerschap nog beter neer te zetten op onze scholen. Binnenkort wordt dit besproken binnen de Kwaliteitsgroep Onderwijs, zodat de volgende stappen kunnen worden gezet.”
Waarom is burgerschap zo belangrijk?
“De eerste wet rond burgerschapsonderwijs kwam in een periode dat er veel segregatie was. Denk aan de moord op Pim Fortuyn en Theo van Gogh. De noodzaak om kinderen democratische waarden bij te brengen en stil te staan bij de manier waarop je met elkaar omgaat in een samenleving nam daardoor toe. Daarbij is een school eigenlijk een minisamenleving. Het is belangrijk dat leerlingen zich bewust zijn van hun aandeel daarin. Alleen is het voor scholen best lastig om er invulling aan te geven.”
Wat maakt het complex?
“Allereerst is burgerschap op de meeste scholen geen apart vak; het moet geïntegreerd worden in het curriculum. Daarnaast is het voor docenten soms uitdagend, omdat gesprekken over thema’s als homoseksualiteit, racisme en geloof pittig kunnen zijn. We hebben daarom een ‘leernetwerk burgerschap’ opgezet binnen de Dunamare Academie. Hier kunnen docenten ervaringen en tips uitwisselen.”
Hoe reageren de leerlingen op burgerschapsonderwijs?
“Dat verschilt per leerling. De één vindt het leuk om te discussiëren over de samenleving en voor de ander is het een ver-van-zijn-bedshow. In dat laatste geval is het advies om van klein naar groot te werken: eerst focussen op de problemen die de leerling zelf ervaart en vervolgens uitbreiden naar wereldproblematiek.”
Wat vind je het leukst aan je werk?
“Het contact met de scholen. Meestal is dat met de schoolleiding, maar voor het project burgerschap heb ik ook veel docenten, coördinatoren en teamleiders gesproken. Ontzettend leuk! Daarnaast geeft het me energie om mee te denken met scholen. Ik zie onderwijs als het hart van de samenleving en vind het heel belangrijk dat íedereen goed onderwijs kan krijgen. Dat ik daar mijn steentje aan kan bijdragen, geeft me veel voldoening.”