Henk Post in gesprek – en in de ringen – met Rob Hartman
Henk Post vormt sinds 2020 samen met April van Loenen het College van Bestuur van Dunamare onderwijs. Henk: “Ik vind het belangrijk om feeling te hebben met alle collega’s: niet alleen van het Bestuurs- en Servicebureau, maar ook van de 25 Dunamare-scholen. Dáár gebeurt het immers.” Daarom gaat Henk de komende weken langs bij verschillende scholen voor een kop koffie en een goed gesprek. Vandaag Rob Hartman, adjunct-directeur opTechnisch College Velsen/Maritiem College IJmuiden.
Henk: Voor de één is het onderwijs een bewuste keus en de ander rolt er per toeval in. Wist jij altijd al dat je iets in deze richting wilde doen?
"Ik kom eigenlijk uit de turnwereld; ik zat in Jong Oranje en trainde zo’n twintig uur per week. Toen een professionele turncarrière niet passend bleek, koos ik voor het CIOS en de ALO. Tijdens mijn studie gaf ik turnlessen aan kinderen die op hoog niveau turnden. Al snel merkte ik: als je ze iets leert en ze hebben succes, dan doet dat niet alleen iets met die kinderen maar ook met jou."
Wat voor gevoel riep dat op?
"Trots! Dat je een bijdrage hebt kunnen leveren aan een succesbeleving is zo bijzonder. Vanaf dat moment ben ik op zoek gegaan naar manieren om dat nog veel vaker te kunnen ervaren. Dat bleek in de rol van gymdocent goed te kunnen."
Ik heb ook geturnd, maar het ontbrak mij aan talent. Dat heb je op een school natuurlijk ook: de één heeft meer talent dan de ander. Maakt dat nog verschil voor jou?
"De motoriek van kinderen loopt inderdaad uiteen. Neem de piepjestest: voor de één is trap 4 een hele prestatie, terwijl je bij een ander voor trap 12 gaat. Maar op beide resultaten kan ik even trots zijn. Het gaat om de stappen die je samen maakt."
Als gymleraar kun je ook op een basisschool aan de slag. Heb je bewust voor het voortgezet onderwijs gekozen?
"Ik heb op een basisschool stagegelopen. Dat is zo anders! Vooral de allerkleinsten; dan kwamen ze te laat binnen of waren ze hun gymschoenen vergeten. Ik was veel te lief voor ze. Totdat de juf zei: ook bij kleuters mag je grenzen stellen."
De doelgroep scholieren past beter bij je?
"Toch wel ja. Je kunt een inhoudelijker gesprek met ze voeren. Het leuke van onze specifieke doelgroep – vmbo-leerlingen – is dat ze heel eerlijk zijn. Als ze je leuk vinden zeggen ze het, maar je krijgt het ook te horen als dat niet zo is. Wat ik ook mooi vind, is de ontwikkeling die ze doormaken: ze komen hier binnen als ‘kind’ en gaan weg als jongvolwassene."
TCV/MCIJ is een school met een duidelijke focus: techniek en maritiem. Wat heeft jou gedreven om hier aan de slag te gaan?
"Dat is een samenloop van omstandigheden. Mijn vader heeft veertig jaar op het TCV/MCIJ gewerkt, waardoor ik hier als kind al regelmatig over de vloer kwam. Daarnaast beviel het lesgeven op deze school me goed, juíst door de doelgroep."
Inmiddels geef je geen gymles meer en ben je adjunct-directeur. Dat lijkt me een heel andere tak van sport.
"Ik dacht: ik ga lesgeven tot mijn vijftigste, daarna is het tijd voor iets anders. Dat moment is iets eerder gekomen, maar de wens is er dus wel altijd geweest. Ik zag mezelf niet tot mijn 67ste met matten en banken slepen."
Dat kan ik me voorstellen. Aan de andere kant: ik ben 62 en heb onlangs nog de marathon gelopen. Het kan dus wel.
"Dat is waar, maar uiteindelijk gaan de dingen ook gewoon zoals ze moeten gaan. Er kwamen mooie kansen op mijn pad en die heb ik gepakt. Zo werd ik eerst teamcoördinator en vervolgens examensecretaris. Toen er iemand uit de schoolleiding met pensioen ging, heb ik de stap naar adjunct-directeur kunnen maken."
Je hoort weleens zeggen dat er binnen het onderwijs weinig kans is om carrière te maken. Maar als ik jouw verhaal zo hoor, heb jij volop mogelijkheden gehad. Dat bevestigt mijn gevoel dat je binnen Dunamare kunt groeien.
"Zeker. Het leuke van Dunamare is dat er van alles wordt georganiseerd om jezelf te ontwikkelen, zoals leernetwerken en de Dunamare Academie. Binnen onze school zie ik veel collega’s stappen maken. Een goed voorbeeld: de jongen die stageliep toen ik gymleraar was, is nu teamleider van de onderbouw."
Wat is het grootste verschil tussen docent zijn en adjunct-directeur?
"Dan denk ik toch de verantwoordelijkheid. Daarnaast heb ik meer met de teamleiders te maken en iets minder met de leerlingen. Aan de andere kant is leidinggeven aan een groep volwassenen niet heel anders dan lesgeven aan een groep kinderen; er ontstaan dezelfde dynamieken. Als je een groep teamleiders bij elkaar zet, gaan ze ook klieren."
Deze school ademt techniek. Waar gaan de leerlingen het meest op aan?
"Vanaf leerjaar één hebben ze tien uur techniek in de week, van ambachtelijk tot high tech. Onze leerlingen waren op de basisschool niet altijd de beste van de klas, maar hier kunnen ze volop doen waar ze wél goed in zijn. Die succeservaringen zijn zo belangrijk."
Dat vraagt om passende verwachtingen, daar hebben we het binnen Dunamare regelmatig over. Het is goed om de lat hoog te leggen, maar kinderen moeten niet op hun tenen lopen.
"Bovendien is ‘hoger’ niet altijd beter. Ik ben superblij dat ik eerst de CIOS heb gedaan en toen pas de ALO. Op het meer praktijkgerichte CIOS heb ik alle sporten leren kennen en veel geoefend met lesgeven. Dat had ik niet willen missen."
Jullie school is praktijkgericht, maar er wordt ook een stevige theoretische basis gelegd. Zo zetten jullie met een bibliotheek en leesconsulent volop in op lezen. Wat vinden de leerlingen daarvan?
"Nog voordat onze bieb officieel open was, waren ze er al aan het snuffelen. Ze lezen hier op school op vaste momenten zelf en ook de docenten lezen weer voor. Dat vinden de leerlingen heerlijk! Ik denk dat we soms onterecht met dingen stoppen als kinderen ouder worden."
Je bent nu een paar jaar adjunct-directeur. Waar zet je op in?
"Binnen het onderwijs zijn er veel randzaken, zoals schoolreisjes organiseren, rapporten schrijven, vergaderen... Belangrijk, maar niet de essentie van het onderwijs. Ik vind dat er vooral gesproken moet worden over wat er in de les gebeurt. Daarom hebben we twee jaar geleden met het hele team op papier gezet waaraan een goede les moet voldoen. Welke randvoorwaarden zijn essentieel? Hoe ziet een volledige instructie eruit? Dit heeft geleid tot een model waar alle docenten zich aan houden."
En daarmee staat het docentschap weer centraal bij jullie op school.
"Juist. Ik zie het als een belangrijke taak om deze focus te behouden en voel me verantwoordelijk voor het creëren van een omgeving waarin docenten het beste uit zichzelf kunnen halen. Wat de docent in de les doet: dáár gaat het uiteindelijk om. Als dat op orde is, kunnen de leerlingen excelleren."