“Werken in het praktijkonderwijs is prachtig!”
Deze week staat Frank de Brouwer (64), docent theorievakken bij Praktijkschool Uithoorn (PSU), flink in de schijnwerpers: hij werkt veertig jaar in het onderwijs.
Wow, al veertig jaar voor de klas! Kun je het een roeping noemen?
“Ik kom uit een onderwijsnest dus het lag in lijn van de verwachting. Heb altijd gedacht: dat onderwijs lijkt me wel wat. Mijn moeder stond voor de klas en mijn vader was ook docent en schoolleider. Na mijn middelbare school ben ik dus naar de pedagogische academie gegaan. In 1981 ben ik afgestudeerd - net in een tijd met een overschot aan onderwijskrachten. Dat is een verschil met nu he? Veel mensen uit mijn examenjaar zijn ander werk gaan doen maar ik kwam wel aan een baan. Ik heb door de jaren heen eigenlijk elke leeftijdsgroep wel eens in de klas gehad. Van kleuters en middenbouw tot de achtstegroepers. En alles was even leuk!”
Heb je een voorliefde voor het basisonderwijs?
“Na 24 jaar werken op een basisschool dacht ik op een gegeven moment: ik ben toe aan wat anders. Ik was inmiddels al verhuisd en ben, na een korte zijstap in de kinderopvang, op de Koningin Emmaschool in Hoofddorp gaan werken. In 2011 zijn we als school naar Uithoorn verhuisd, het was de voorganger van wat nu Praktijkschool Uithoorn is.”
Wat vind je het leukste aan je werk?
“De doelgroep bij ons op school heeft het niet altijd makkelijk gehad. Leerlingen komen vaak met negatieve ervaringen bij ons binnen. Ik was altijd mentor bij de brugklas en als ik merkte dat ik deze leerlingen zelfvertrouwen bij heb kunnen brengen, gaf dat zoveel energie. Werken in het praktijkonderwijs is prachtig! Praktijkschool-leerlingen zijn heel eerlijk met het hart op de tong. Een leerling zei laatst tegen me: ‘Moet u niet eens met pensioen, u bent ouder dan mijn opa!’ Dan kan je me opvegen, dat is toch prachtig.”
Je werkt nu al 14 jaar voor PSU.
“Het is mijn langste baan tot nu toe, en dat is niet voor niks! De sfeer is ontzettend goed. Zo vieren we wat er te vieren valt! We hebben een fijn team, kunnen goed samenwerken en iedereen staat altijd klaar voor elkaar én de leerlingen. Er is hier veel meer aandacht voor de pedagogische kant van het onderwijs. De individuele aandacht en het maatwerk, vind ik heel erg belangrijk. Het blijft genieten als ik de kinderen blij naar binnen en vrolijk naar huis zie gaan.”
En hoe zie je de toekomst?
“Ik blijf nog een jaar, maar wel in een andere functie. Ik word voorzitter van de sectie AVO en zal het lesgeven inruilen voor een meer beleidsmatige rol. Ik ga me bezighouden met het verder op poten zetten van het AVO-onderwijs – iets waar ik naar uitkijk. Na veertien jaar meelopen op deze school, is het leuk om mijn kennis en ervaring door te geven aan nieuwkomers en mee te denken over het beleid. En volgend jaar word ik 65… Het plan is om aan het einde van dat schooljaar met vervroegd pensioen te gaan.”
En dan…
“Mijn vrouw zei onlangs: je gaat het nog missen. Daar zal ze wel gelijk in kunnen hebben. Veertig jaar werken in het onderwijs is niet niks. Ik kijk met heel veel plezier terug op alle jaren maar nu bereid ik me langzaam voor op een nieuwe fase in mijn leven. Stilzitten is niks voor mij. Ik ga vrijwilligerswerk doen en wat vaker oppassen op de kleinkinderen.” Hij lacht. “Ik ben bang dat ik straks nog genoeg te doen heb!”