
“Het is leuk om elkaar als vakgenoten te inspireren”
In de familie Puts is het onderwijs wat de klok slaat. Vader Tom Puts werkt al 35 jaar op De Hartenlust in Bloemendaal waar hij economie en informatietechnologie geeft. Ook zijn zoons en schoondochter staan met veel plezier voor de klas. Hoe kijken ze naar het onderwijs? En hoe is het om te werken in hetzelfde vakgebied? Tom, Jochem en Andrea geven een inkijkje.
Zoon Jochem werkt als docent Engels op het Jac. P. Thijsse College in Castricum en schoondochter Andrea als docent Nederlands op het Coornhert Lyceum Haarlem. Tom steekt enthousiast van wal over ‘zijn’ school: “Het leuke van De Hartenlust is dat het een kleine school is. Je kent alle leerlingen én kunt veel verschillende dingen doen. Daardoor blijft het leuk.” Hij lacht: “Oók na 35 jaar.” Hoewel hij in al die jaren al heel wat leerlingen in de schoolbanken heeft gehad, kent hij ze allemaal nog bij naam. Andrea vertelt glimlachend: “Je kunt niet normaal uiteten met Tom. Hij komt altijd wel iemand tegen, dan is het aan de lopende band: ‘hey hoe gaat het?! En met je moeder...?’. En dan weet hij nog álles he!”
In de voetsporen
Ook de vrouw van Tom werkt in het onderwijs. In die zin is het zijn kinderen met de paplepel ingegeven. Toch heeft Jochem nooit het gevoel gehad dat zijn pad al was uitgestippeld. Jochem: “Ik was heel veel met computers bezig; robots bouwen, programmeren... Maar toen ik op de open dag van TU Delft was, besefte ik dat ik mezelf toch niet hele dagen achter de pc zag zitten. Ik ben toen gaan kijken bij de lerarenopleiding en werd daar veel enthousiaster van.” En zo trad Jochem tóch in de voetsporen van zijn vader. Tom: “Het grappige is dat Jochem op ongeveer dezelfde leeftijd is gestart; hij was 21 en ik 24. Als jonge docent ben je nog een beetje ‘één van hen’. Daarna word je een soort oudere broer en op een gegeven moment ben je meer een ‘vaderfiguur’.” Hij grinnikt: “En nu heb ik de opa-rol.”
Gamend leren
Aan de keukentafel gaat het geregeld over hun gemeenschappelijke vakgebied. Andrea: “We werken allemaal in het onderwijs, maar hebben toch een heel andere baan. Zo geef ik bijvoorbeeld vooral les aan de bovenbouw en Jochem aan de onderbouw. En Toms rol is ook weer anders. Daardoor blijft er veel te vertellen aan elkaar. Natuurlijk vragen we soms ook om advies of wisselen we lesideeën uit.” Tom: “Vooral op digitaal vlak kan ik veel van ze leren. Neem ‘GimKit’; een tool waarmee leerlingen gamend leren. Het is heel leuk en waardevol om elkaar als vakgenoten te inspireren.”
Niet doorslaan
Het drietal is het erover eens dat bepaalde eigenschappen onmisbaar zijn als je in het onderwijs werkt. Jochem: “Je moet feeling hebben met de doelgroep en je kunnen inleven. Het contact met de leerlingen staat voorop, daarna komt pas de stof.” Tom illustreert: “Aan het begin van elke les sta ik bij de deur om iedereen te verwelkomen. Dan vraag ik hoe het met voetbal of die ene toets is gegaan. Over elke leerling weet ik wel iets.” Andrea: “Ook denk ik dat het belangrijk is dat je je vak dusdanig leuk vindt dat je erover wilt blijven praten. Oók als het niet superdiep gaat. In het begin was ik nogal enthousiast en behandelde ik de middeleeuwse letterkunde. Inmiddels weet ik dat je niet moet doorslaan; dan krijg je ze niet mee.”
Verschillende niveaus en doelgroepen
Hoewel Jochem het erg naar zijn zin heeft op het Jac. P. Thijsse College kan hij zich niet voorstellen dat hij - zoals zijn vader - 35 jaar op één plek werkt. Hij grapt: “Dat ik hier tien jaar zit, vind ik al lang. Maar goed, het is dan ook een heel leuke school.” Tom reageert: “Ik denk dat het wel uitmaakt of je op een grote of kleine school werkt. Bij een kleine school zoals De Hartenlust zijn je taken heel afwisselend. Maar goed, het is denk ik ook een generatieding.” Andrea beaamt dat en vervolgt: “Ik denk dat je ook moet kijken naar je behoeftes, die kunnen door de jaren heen verschillen. Ik heb bijvoorbeeld bewust voor een grote school gekozen, zodat ik mijn vak op verschillende niveaus en aan verschillende doelgroepen leer geven.”
Ontwikkelmogelijkheden
Door de jaren heen is er volgens Tom veel veranderd in het onderwijs. “Toen ik startte waren er alleen maar boeken. Computers en telefoontjes bestonden niet. Ook werkten we nog niet met lesplannen; onderweg naar school bedacht ik wat ik ging doen.” Andrea merkt op: “Ik kan me voorstellen dat je als docent niet alleen minder houvast had, maar ook minder ontwikkelmogelijkheden. Als ik zie wat de Dunamare Academie allemaal aanbiedt... Ik ben er nog niet aan toegekomen om me erin te verdiepen, maar het klinkt veelbelovend.” Tom knikt: “Ik heb regelmatig cursussen gedaan én gegeven op de Academie. Het is zeker waardevol: nieuwe informatie opdoen en ervaringen uitwisselen. Eígenlijk een beetje zoals wij binnen de familie doen.”